Alpha betekent begin. Jezus, noemde Zichzelf zo, Hij noemde Zichzelf daarmee de Schepper. Het eerste Bijbelboek heet Genesis, wat ook begin betekent, of oorsprong. Er staat: “1. In den beginne schiep God de hemel en de aarde. 2. De aarde nu was woest en ledig, en duisternis lag op de vloed, en de Geest Gods zweefde over de wateren. 3. En God zeide: “Er zij licht”en er was licht.”

Het woord dat vertaald is met God, is in de oorspronkelijke taal, het Hebreeuws, Elohim. Dat betekent “sterke, krachtige, machtige God”. De schepping gebeurde dus met een enorme Goddelijke kracht. “In den beginne”. Dat betekent dat er daarvoor geen tijd was. Hier begon het, de tijd begon te lopen. Alles wat daarvoor was, God, was buiten de tijd. De wereld en de hele schepping is dus aan tijd onderworpen. In het laatste Bijbelboek, Openbaringen, staat dat er een nieuwe hemel en een nieuwe aarde komt. Hier was het begin, en er komt ook een eind aan deze hemel en aarde.

De aarde was ( Hebr.) Tohu en Bohu. Verwarring en onbekend, dat is de letterlijke vertaling. De duisternis zweefde over de vloed. De duisternis, de verwarring, dat wat niet bekend was, dat staat voor de duivel. Dat komt straks. De Geest Gods zweefde over de vloed. Elohim, God de Vader, en Ruach, de Heilige Geest. En God sprak (het Woord). Jezus. Hier is de Drieëenheid, Vader, Zoon en Geest. In Johannes 1 staat: “In den beginne was het Woord en het Woord was bij God en het Woord was God”. Daarom wordt Jezus ook wel het Woord van God genoemd (net als de Bijbel, dat heet het Levende Woord van God, de openbaring van Jezus dus, die spreekt tot hen die lezen en horen naar Zijn stem), en noemde Jezus Zichzelf Het Begin, de Alpha. Johannes gaat verder: “Alle dingen zijn door het Woord geworden en zonder dit is geen ding geworden, dat geworden is”. God zeide (het Woord) en het was. De Schepper, dus.

Jesaja 14: 11- 14. Uw trots is in het dodenrijk neergeworpen, de klank uwer harpen; het gewormte ligt onder u gespreid en maden zijn uw bedekking. Hoe zijt gij uit de hemel gevallen, gij Morgenster, zoon des dageraads; hoe zijt gij ter aarde geveld, overweldiger der volken! En gij overlegde nog wel: Ik zal ten hemel opstijgen boven de hoogten der wolken, mij aan de Allerhoogste gelijkstellen.

God heeft een koninkrijk. Er zijn engelen, verschillende soorten. In de Bijbel wordt gesproken van Cherubs, Serafs, engelen zonder vleugels, engelen met vier paar vleugels, aartsengelen, ze worden beschreven als vorsten of boodschappers, kortom, er zijn vele geestelijke wezens die hier op aarde niet erg bekend zijn. In het OT wordt er gesproken van boze geesten, en in het NT staan ze beschreven als demonen (Grieks: Demonios). In Jesaja staat de oorsprong van deze geesten. De beschreven Morgenster (Lucifer) is ook wel bekend als de Tegenstander (Duivel, Diabolos), of de aanklager en de verleider der volken.

In Exodus 34 : 29-30 staat te lezen hoe het gezicht van Mozes straalde, nadat hij dicht bij God was geweest. De mensen konden niet eens naar hem kijken, zodat hij een doek over zijn gezicht moest dragen. In Johannes 1 vers 4 staat dat Jezus (God, de Schepper) het Licht der wereld is. Er staan vele verwijzingen in de Bijbel dat God meer licht uitstraalt dan de felle woestijnzon rond het middaguur (Handelingen 9), en ook staat er vele malen, dat de engelen, die aan mensen verschijnen, licht uitstralen. De conclusie is de volgende: God is licht. Zij, die voor Zijn aangezicht staan, weerkaatsen Zijn licht (teken van Zijn glorie, zie Ex. 34). Lucifer, de engel, die later de tegenstander van God werd (satan), stond voor de troon van God, en maakte harpmuziek voor Hem (zie de hierboven geschreven tekst uit Jesaja). Hij was heel dicht bij de glorie, en daarom straalde hij zo, dat hij de naam Morgenster (Lucifer) kreeg. Hij was een hemelse vorst, dat betekent, dat hij vele engelen in autoriteit onder zich had. Een heel belangrijke engel dus. In de Bijbel staat, dat als je veel bij God bent, je steeds meer op Hem gaat lijken. Lucifer heeft misschien een eeuwigheid voor God gestaan. Hij ging God weerspiegelen. Alles wat God is, zag en leerde Lucifer. Maar God is goed. En je kunt pas echt goed zijn, als je kennis hebt van het kwade, anders is het goede niets waard. God is goed, omdat Hij weet wat het kwade is en daar Zelf vrij van wil blijven. Lucifer koos anders. Hij werd trots en wilde belangrijker zijn dan Degene die hem gemaakt had (bijvoorbeeld, een computergestuurde robot gaat zijn programmeur overheersen). Het moet wel, dat Lucifer heel belangrijk, slim en mooi was, want éénderde van de engelen koos de kant van Lucifer tegen God. De schepping tegen de Schepper. Maar God is, zegt de Bijbel, ver verheven boven alles wat is, dus wierp God de engelen die oorlog tegen Hem hadden gemaakt op aarde. Alles wat van God was, hun licht, hun schoonheid en hun goede dingen, trok God terug. Hij keerde Zich van hen af, omdat ze tegen Hem hadden gekozen, terwijl Hij alleen maar goed voor ze was geweest. Alles wat ze waren geweest, was verdwenen. Alleen het kwaad, waar ze zelf voor hadden gekozen, bleef over. Ze waren in de duisternis, in verwarring en anders dan eerst. Bohu en Tohu. Omdat Lucifer nu alleen nog maar het kwade kent, en haat en woede en alles is geworden wat gruwelijk is, wil hij ook alles vernietigen wat goed is, God dus, en al het goede waar God van houdt. Daarom is hij de tegenstander van God geworden. Volgens de Bijbel is de satan de listigste van allen (Gen.3), dus niemand is sluwer dan hij. God staat boven hem, maar voor mensen is de duivel heel gevaarlijk. Dat bleek wel, toen God mensen ging maken.